|
||||||||
|
Wie deze kolommen weleens vaker doorploegt, kwam vast al in aanraking met de naam van Emre Gültekin, Saz-speler bij de gratie Gods en samenwerker-over-alle-grenzen-heen. Emre mag dan welTurks van afkomst zijn, hij is tegelijk zo Belgisch en vooral Brussels als je maar kunt bedenken. Tel daarbij op dat hij al tijden zowat de man is, die bij ons de Turkse Alevieten vertegenwoordigt, de minderheidsstroming binnen de Islam, die staat voor humanisme en mystiek, voor tolerantie en democratie en die in West-Europa vrij algemeen beschouwd worden als de “verbinders”. Zangeres Malabika Brahma en snarentovenaar Sanjay Khyapa zijn dan weer van Indiase komaf en behoren tot de Baul, een nomadische minderheid, bij wie het heilige in de mens belangrijker is dan datgene wat we meestal in “de hemel” zoeken. De Baul hanteren erg vaak een van metaforen bol staande poëzie, die al evenzeer op “verbinding” gericht is als de godsdienst van Gültekin. Dat deze drie ooit iets samen zouden doen stond dus in de sterren geschreven en een eerste plaat, “Namaz” verscheen op het Seyir-label van Emre, niet zo gek lang voor de Covid-pandemie een en ander voor lange tijd stillegde. De zaadjes waren echter geplant en intussen, zo’n vier jaar verder, hebben ze al flinke wortels geschoten, met deze “Banjara” als nieuw resultaat. Het is de plaat van de bevestiging geworden: op het debuut waren de drie nog zoekende, maar blonken ze al wel uit in virtuositeit en doorleefdheid. Op deze nieuwe gaan ze een stapje verder: ze hebben elkaar helemaal gevonden en spelen nu helemaal samen: ze zetten een heuse dialoog op, waarbij wederzijds respect en precies gedoseerd zelfbewustzijn elkaar prachtig in evenwicht houden. De plaattitel, Banjara, betekent zoveel als “nomade” of “zwerver” -zie ook ons “banjeren” in het Nederlands- en de gelijknamige track is zowat de ruggengraat van de plaat: wij, mensen, hebben met z’n allen een lange reis voor de boeg. We noemen die reis “leven” en het live opgenomen nummer drijft op Middeleeuwse poëzie van Sant Kabir, die zegt dat diegene die de weg der waarheid weet te bewandelen, uiteindelijk onsterfelijk zal blijken te zijn. Die thematiek werd al voorzichtig aangeraakt in opener “Samaye Gele”, waarin gezegd wordt dat we in het heden moeten leven, omdat je over de toekomst niets met zekerheid weet en je aan het verleden sowieso niets kunt veranderen. De hoofdbrok van de plaat is “Bahar”, een suite van ruim een kwartier, waarvan je de titel als “Lente” of “Nieuw Begin” kunt vertalen en die door het ensemble geconcipieerd werd als een soort eerbetoon aan Printemps,(dat betekent ook “lente”) het dochtertje van drummer Jean-Philippe De Geest en zijn vrouw, zangeres Lola Bonfanti, waarover we hier al in zeer lovende woorden schreven, maar die, volkomen ten onrechte, in Vlaanderen helemaal genegeerd wordt. De vader van Emre, Lütfü Gültekin, was de man die hem zowat alles leerde en zijn erfenis waart over de hele plaat doorheen tracks als “Erenlerin halveti”, “Biz Dunyaden Gider Olduk” -een tekst van de allergrootste, Yunus Emre, en afsluiter “Kanai Daglar”, die uit twee delen bestaat, waarin respectievelijk het verdriet om een scheiding als de hoop om ooit weer samen te kunnen zijn, op muziek gezet werden door papa Gültekin. (Dani Heyvaert)
|